Toen het schieten uiteindelijk voorbij was, kwam de watervloed

#HELPOEKRAINE | nieuws

Een twintigtal mannen en vrouwen is bezig bieten te rooien. Dat is te vroeg, want de meeste knollen zijn nog lang niet volgroeid. Maar ze moeten wel. Boerin Halyna heeft geld nodig om een nieuwe levering kunstmest te kunnen betalen. Dus kiezen de arbeiders de grootste exemplaren uit. Die worden dit weekend op de markt verkocht. Met de opbrengst kunnen vervolgens de kolen en de tomaten worden gevoed.

“Kijk, dit zijn jullie aardappelen.” Halyna wijst op een vijftal hectare Nederlands pootgoed in aanwas. “We zijn nieuwsgierig naar hoe ze er uit zullen zien en hoe ze smaken. We hebben ervaring met veel verschillende rassen, maar deze aardappelsoort kennen we nog niet. Het zijn flinke struiken, valt me op. We zijn er heel dankbaar voor.”

De boerderij van Halyna is geteisterd door de oorlog. Een jaar lang lag haar onderneming, in een dorp nabij de zuidelijke stad Mykolajiv, onder vuur. De boerin laat foto’s zien van haar opslagloods, die juist een jaar voor oorlog gebouwd was en na een bombardement in april vorig jaar volledig uitbrandde – inclusief de koelcellen. “Het is een wonder dat er niemand werd gedood. Er waren op dat moment twintig mensen aan het werk.” De in de loods opgeslagen kolen- en aardappeloogst ging verloren.

“We hadden dit jaar twintig hectare aan aardappelen gepland, maar al het pootgoed was verbrand. Dankzij jullie kunnen we toch aardappelen verbouwen.”

Nu het front inmiddels een stuk zuidelijker ligt, dacht Halyna dat het ergste achter de rug was. Ze haalde haar zes kinderen – vijf meiden en een jongen, die negen maanden in het veilige westen van Oekraïne verbleven – terug naar huis. Ze liet de watervoorziening repareren. Het uitgebreide netwerk van kanalen van een meter breed, in de Sovjettijd aangelegd met betonnen platen, was met granaatscherven doorboord. De “drie kilometer aan gaten”, aldus Halyna, waren niet te dichten. Dus schafte de boerin een waterpomp aan, die het water vanuit het nabijgelegen kanaal door kunststof pijpen richting haar velden transporteert: een dure optie, maar wel de enige. “Deze regio is vruchtbaar, maar ’s zomers ook heel warm. Regen valt er niet. We hebben water nodig.”

In juni werd Halyna getroffen door een nieuwe ramp. De Kachovka-dam werd verwoest. Daardoor overstroomde niet alleen de rivier de Dnipro, maar traden ook in zijrivieren buiten hun oevers – zoals de nabijgelegen Inhul. “Het water stond zo hoog”, zegt de boerin, terwijl ze haar arm op schouderhoogte houdt. De wortelen, die ze dankzij het zaadproject van Worldpartners op haar akkers in de buurt van de rivier verbouwde, overstroomden. “Het was te pijnlijk om te zien”, aldus de boerin. Het water was vervuild, vreest ze: zelfs wild gras groeit niet meer op het overstroomde veld. “Was het schieten eindelijk voorbij, kwam ook nog de watervloed”, zo verwoordt de boerin haar gevoel.

Op lange termijn vreest Halyna juist watertekort. Doordat het stuwmeer verdwenen is, staan veel kanalen in zuidelijk Oekraïne droog. Omdat ze zes kinderen heeft, zou de boerin het recht hebben om met haar man naar het buitenland te emigreren. Ze peinst er niet over. “We hebben dit bedrijf eigenhandig opgebouwd. We houden van ons huis. We kunnen dit alles niet gewoon zomaar achterlaten.” Ze heeft twintig arbeiders, wat betekent dat ze met haar boerderij twintig families in de regio onderhoudt.

“Op zijn zesde reed hij al op de trekker. Hij kon niet met z’n beentjes bij de pedalen, maar wist wel hoe het moest”

Toch houdt Halyna hoop. Haar 15-jarige zoon werkt fulltime mee op de boerderij. “Op zijn zesde reed hij al op de trekker. Hij kon niet met z’n beentjes bij de pedalen, maar wist wel hoe het moest”, lacht de boerin. “Onze hoop is God gevestigd. Hij geeft ons kracht. We blijven hopen en werken door.”


Over het project ‘Aid2villages 2’

60 boeren ontvingen 2,4 ton pootgoed. Dit was 2 ton pootaardappels, 0,4 ton plantuien en daarnaast een flinke hoeveelheid diverse groentezaden zoals bijvoorbeeld biet. Ze ontvingen de pootgoederen met open armen en grepen de kans aan om ook nieuwe gewassen te proberen.

20.000 huishoudens krijgen 10 kg pootaardappelen, 10 kg consumptie aardappelen, 1,7 kg plantuitjes en een kleinere hoeveelheid groentezaden.