Roadblocks en luchtalarmen houden Herman niet tegen om af te reizen naar Oekraïne

nieuws

In 2009 ontsproot de liefde voor het Oekraïense volk, toen Herman Kip met een groepje mensen op ‘werkvakantie’ was en de handen uit de mouwen stak in West-Oekraïne. Sindsdien reisde hij twaalf keer af om praktische hulp te bieden en de mensen daar te bemoedigen. De laatste jaren is hij ‘aanjager’ van een werkgroep vanuit Meppel en omstreken.

Ook tijdens de oorlog en na de invasie van Rusland in Oost-Oekraïne gaat de hulpverlening door. Roadblocks en luchtalarmen weerhouden Herman niet om de liefde van God uit te delen, net als het delen van de westerse rijkdom. Waar het eerst nog om het jaar was, reist Herman nu jaarlijks in de herfstvakantie met een groep mensen af. Door de jaren heen zijn er meer dan 90 mensen uit zijn kerkelijke gemeente, de baptistengemeente in Meppel, mee geweest op reis.

Wat heb je met Oekraïne?

Door de oorlogssituatie denk ik dagelijks aan Oekraïne, bid ik voor de mensen en het land en volg ik het nieuws. Eigenlijk ben ik besmet met het Oekraïne-virus en via mij raken er ook andere mensen betrokken cq besmet. Elke keer is het een avontuur; wat treffen we aan? Wat gaat er anders? Hoe gaan we daarmee om? Als je voedselpakketten in de dorpjes aflevert ga je tachtig jaar terug in de tijd. Het lijkt soms de bekende druppel op de gloeiende plaat, maar ook de druppels doen ertoe.

“Als je voedselpakketten in de dorpjes aflevert ga je tachtig jaar terug in de tijd. Het lijkt soms de bekende druppel op de gloeiende plaat, maar ook de druppels doen ertoe.”

Ook tijdens de oorlog reis je af. Waarom?

Als anderen in nood zijn, wil ik niet wegkijken. Onze Oekraïense vrienden laat ik niet in de steek. Dat zeg ik omdat het relatief veilig is, zestig kilometer bij de Poolse grens af. Tegelijkertijd is er dichtbij een elektriciteitscentrale gebombardeerd en het luchtalarm gaat regelmatig af. Hoe gek het ook klinkt: ‘de oorlog went’ en de nood blijft hoog. Daarom reizen we ook komend najaar weer naar de regio Novovolynsk met een groep mensen. Wel hebben we veiligheidsmaatregelen genomen vanwege de oorlog.

Kun je iets vertellen over de samenwerking met World Partners?

Die gaat al terug naar juli 2009, toen World Partners directeur Jouke nog in Oekraïne woonde. Hij hielp ons met het leggen van contacten en de projecten. Jaarlijks brengen we met  8-12 personen 300-400 voedselpakketten in de omliggende dorpen en gaat er een groep van 4 á 6 mensen daarheen voor praktische klussen. De afgebakende weekklussen stemmen we van tevoren af met elkaar. Vroeger had World Partners daarin de lead. Na vijftien jaar doen we steeds meer zelfstandig, ook qua fondsenwerving. We klankborden nog regelmatig, delen netwerk contacten en helpen elkaar waar nodig ook zorgt World Partners dat het geld op tijd in Oekraïne is om de inkopen te doen voor materiaal en voedsel pakketten. Dat blijft goed om te doen en daarmee versterken we elkaar.

Hoe waren de laatste bezoeken aan Oekraïne?

Afgelopen zomer hebben we met negen personen een dak gerenoveerd, zodat het seizoensbestendig is en legden we een koeling aan voor een koelcel. In de winter hebben we op de eerste verdieping wanden en kamers gerealiseerd voor een groot gezin, dat zich ook ontfermt over zes pleegkinderen. In hun eigen bedrijf aan huis kweken ze groenten en hebben we een drietal kassen neergezet. Met de opbrengst kunnen ze hun kinderen onderhouden. Daarnaast hebben we diverse klussen gerealiseerd in samenwerking met de lokale kerk die een kinderhuis en circa negen rehabilitatiecentra ondersteunt, waar mensen af kunnen kicken van hun verslaving.

Wat is jouw rol bij de werkgroep in Meppel?

Sinds een jaar of zes ben ik mede-initiatiefnemer en samen met Pieter Schouten aanspreekpunt. We werken veel samen met kerken en diaconieën in de regio van Meppel, met World Partners en de lokale Oekraïense projecten. Vooraf vragen we mensen om mee te gaan en regelen we de financiering, zodat we daar ook van betekenis kunnen zijn met onder andere de winterhulp- en voedselpakketten.

Verrijken de persoonlijke verhalen van de mensen je?

Zeker. Niet alleen de verhalen, maar soms ook een muziekspel zoals een tachtigjarige die piano speelde voor ons. Of als je een bejaarde treft die opgesloten zit in zijn flatje, vier hoog, geen lift, slecht ter been. Je hoort dat er veel mensen een familielid hebben verloren in de oorlog, ook al is dat duizend kilometer verderop. Onze komst doet ertoe. Het luisteren, een persoonlijk gebed, een hand op de schouder, het onder de aandacht brengen van de lokale social workers. Voor die mensen daar breng je een sprankje hoop, juist omdat je 1500 km hebt afgereisd. Samen zijn we Jezus’ handen en voeten door om te zien naar de onderdrukten, verslaafden, weduwen en wezen.

Herman Kip (1968) is getrouwd met Mirjam. Zijn twee volwassen kinderen zijn uitgevlogen. Hij werkt in de verduurzaming van technische installaties. In zijn vrije tijd laat hij zijn twee rechterhanden wapperen in zijn eigen huis of die van anderen. Bij mooi weer toert hij op de motor.