Veel Centraal-Aziatische landen ondervonden een economische achteruitgang en snelle inflatie na de val van de Sovjet-Unie in 1991. Vooral op het platteland hebben deze landen te maken met veel werkloosheid en is er weinig hoop op verbetering. Op het platteland leeft men vaak van zo’n 50 euro per maand per gezin. Er zijn bijna geen banen en de plattelandsbevolking is afhankelijk van hun eigen ondernemerschap om de eindjes aan elkaar te knopen, wat de nodige uitdagingen met zich meebrengt.
Na de aanleg van de boomgaard blijft de lokale partnerorganisatie de kerken voorzien van technisch advies en algemene training. De gevraagde investering wordt gebruikt als ‘circulerend geld’. Dit betekent dat de kerkleiders de winst uit de boomgaard gebruiken om de investering in apparatuur terug te verdienen. Met de terugbetaling kunnen dan nieuwe boomgaarden worden aangelegd. Sinds de start van het project zijn er drie boomgaarden aangelegd die citroenen, amandelen, kersen, perziken en appels produceren. In overleg met een van de plaatselijke kerken werd 1 boomgaard uitgebreid tot 3 hectare.