Oekraïense boerin maakt doorstart

#HELPOEKRAINE | nieuws

Tatjana Sus geeft een rondleiding door haar bedrijf. Er staan machines waarmee ze groenten steriliseert, salades mengt, tomatenpuree vervaardigt en rouwe koolsalade pekelt. Momenteel gebeurt er weinig. De grootste ruimte staat vol met humanitaire hulp, dat de boerin inzamelt en uitdeelt onder vluchtelingen. Mede met hulp uit Nederland hoopt ze haar bedrijf weer op gang te brengen. “De zegen kwam, in de vorm van twee ton aardappels”, zegt ze. “Ze zijn heel goed. Zulke aardappels kennen we niet in Oekraïne.”

“We hadden een mooie productielijn. Die werd opeens doorbroken.”

De Russische invasie van februari vorig jaar betekende een ramp voor de boerin nabij Zaporizja, een stad in het zuiden van Oekraïne. “We hadden een mooie productielijn. Die werd opeens doorbroken.” Tatjana Sus is gespecialiseerd in het inmaken van groenten. In haar eigen regio is het ’s zomers te warm en is er gebrek aan water. Dus investeerde ze ieder jaar de opbrengst van haar eigen graanakkers in de regio Cherson. Daar verbouwden haar collega’s tomaten, aubergines en paprika’s. Die groeiden er overvloedig op de drassige grond.

Die vruchten bewerkte ze vervolgens in Zaporizja. Wecken is een rijke traditie in Oekraïne, en Tatjana Sus is er goed in. Er staat een flinke hoeveelheid potten opgestapeld, met rode en groene tomaten en rode en gele paprika’s. De tomatenpuree, in emmers, wordt niet alleen voor ketchup gebruikt maar ook voor soep, onder welke borstsj, de beroemde Oekraïense bietensoep. Koolsalades zijn populair in Oekraïne. De boerin produceert voor de lokale markt. Haar producten gaan naar twee grote supermarktketens, met beide tientallen vestigingen in de regio. “Voor ons was dat meer dan genoeg.”  

Niemand verkocht iets

Toen brak de oorlog uit. De eerste prioriteit van Tatjana Sus was de veiligheid van haar familie. Haar dochter, de agronoom van de boerderij, vluchtte met haar kinderen naar Nederland. Zelf richtte de boerin zich enkele maanden volledig op de hulp aan vluchtelingen en collega-boeren. Het graan werd niet verkocht, dus leed ze verlies. Ook de toelevering stokte: de regio Cherson werd bezet door de Russen. “De groothandel was helemaal leeg. Niemand verkocht iets.” Vanuit andere landen importeren was onmogelijk, want de havens waren gesloten. Het contract met een van de supermarktketens werd verbroken.

Tatjana Sus werd driedubbel geraakt. Vlak voor de oorlog uitbrak kreeg ze een beurs om haar productiesysteem te verbeteren. De helft van het bedrag moest ze zelf voorschieten. Ze bestelde bouwmaterialen voor een laboratorium en een nieuwe koelcel; de oude faciliteiten liet ze afbreken. Maar vlak voordat de fabriek de spullen zou leveren, werd die verwoest. Het fonds heeft het project op pauze gezet, haar geld is nog niet geretourneerd. “De oorlog greep ons precies tijdens de start van de verandering. Daarna ging alles mis.”  

Herstart

Nu een deel van de Cherson-regio is bevrijd, wil de boerin een herstart maken. “We hebben monden te voeden.” Naast haar man werkt ook haar zoon, haar neef en schoonzoon in het bedrijf; in het hoogseizoen zetten ze lokale arbeiders in. Tatjana Sus wil deels omschakelen naar andere producten, zoals de aardappels, en haar eigen grond daarvoor gebruiken. Omdat het de boerin vooralsnog aan machines ontbreekt, gaat het zaaien en poten nu veelal met de hand. Dat kost veel tijd en kan economisch niet uit. “We werken niet met hoop, maar tegen beter weten in.”

Tatjana Sus werkt al bijna veertig jaar met Nederlandse zaden

De steun uit Nederland geeft ruimte. Tatjana Sus werkt al bijna veertig jaar met Nederlandse zaden, vertelt ze. Die doen het namelijk goed in de regio Cherson, waar de grond van een gelijke soort is als in Nederland. Om te weten te komen hoe het Nederlandse pootgoed het doet op haar eigen grond, is Tatjana Sus met buren en collega’s aan het experimenteren geslagen: ze planten de  aardappelen in verschillende soorten grond en bewateren die op verschillende manieren. “De aardappel lijkt goed voor salades”, is haar eerste conclusie. “Die kunnen we hier prima produceren. Dan kunnen we opnieuw leveren aan supermarkten.”

Tweedehands is geen probleem 

Haar dochter in Nederland zit intussen niet stil. Zij zoekt er naar machines die gebruikt kunnen worden op de boerderij. Zo vond ze een handig apparaat om groente te snijden. Tweedehands is geen probleem, benadrukt Tatjana Sus. Ze toont een cementmolen, die ze al jaren gebruiken om salades te mengen — een uitvinding van haar echtgenoot. “Hij zegt altijd dat hij lui is en niet met zijn handen wil werken. En dat het dus makkelijker is een machine te maken die het werk voor hem doet.” De via WorldPartners geleverde zaden – voor wortelen, aubergines en komkommers -  bewaart ze voor volgend jaar. “Dat ik deze zaden in voorraad heb, voelt voor mij als hoop. Dat er volgend jaar iets goeds zal gebeuren.”