99 jaar oude Tatyana verbouwt aardappels

#HELPOEKRAINE | nieuws

Met de zakken aardappels en de plastic tassen vol zaaigoed naast zich op straat wachten vier dames tot een auto hen oppikt. “Dit helpt ons enorm. We hebben veel kinderen te voeden”, zegt de grootste dame, die Viktoria heet. “Werk is er niet in het dorp. Terwijl de prijzen in de winkel veel hoger zijn dan voorheen”, beaamt haar vriendin, Anastasia. “Het is overleven”, besluit nummer drie, Alina, die met haar dochter Veronica (8), naar de plek is gekomen waar hulpverleners de door Worldpartners geleverde levensmiddelen uitdelen.

In Snihurivka, dat in de zuidelijke provincie Mykolajiv ligt, niet ver van Cherson, verbouwt normaal gesproken iedereen eigen groente: hetzij in de moestuin naast het huis, zoals Viktoria en Anastasia, hetzij op enkele hectare land in de buurt het dorp — zoals Alina doet. De vrouw runde voor de oorlog een kleine boerderij, waarmee ze op de groothandel een aardige boterham verdiende; en dan bleef er genoeg over voor eigen gebruik. “De aardbeien waren heerlijk”, roept dochter Veronica. “Die hebben we dit jaar niet” zegt haar moeder met spijt op haar gezicht.

“De landbouwwerktuigen werden verwoest; dus zullen ze de aardappelen eigenhandig in de grond stoppen.”

Haar boerderij functioneert amper. De aardbeienplanten overleefden het afgelopen oorlogsjaar niet. Acht maanden lang was Snihurivka bezet door de Russen; in de omgeving werd hevig gevochten. De meeste vrouwen en kinderen, onder wie ook het viertal, ontvluchtten het dorp. De huizen in de buurt van de akkers van Alina werden beschadigd; en omdat het grootste deel van de percelen nog niet is ontmijnd durft de boerin er niet te ploegen. Bovendien ontbreekt het aan klandizie: sinds de bevrijding, afgelopen herfst, keerde slechts de helft van de bewoners terug. De landbouwwerktuigen werden verwoest; dus zullen ze de aardappelen eigenhandig in de grond stoppen. “Met plezier”, glundert Alina. “We zijn al blij dat we aan de slag kunnen”, aldus Viktoria.

Ook voor de ouderen komen de aardappelen goed van pas. Tijdens de bezetting en de gevechten om het dorp bleven veel gepensioneerden achter. Zij overleefden ternauwernood. Zoals de 99-jarige Tatjana. De hulpverleners kloppen eerst beleefd op haar tuinhek, maar omdat iedereen weet dat de dame hardhorend is duwen ze vervolgens de poort meteen maar open. “We hebben aardappelen voor u”, roepen ze haar toe. De vrouw, gehuld in een blauw schort met hartjes en haar hoofd bedekt met een kleurige hoofddoek, schuifelt voort met een stok; haar ogen staan pienter in haar gerimpelde gezicht. Ze lacht. “Dankuwel”, zegt ze, terwijl ze naar haar bijkeuken wijst waar de zakken worden neergelegd. “U bent te goed. Dankuwel.”

Tatjana wordt in september honderd jaar. Ook zij produceerde haar voedsel altijd zelf. Ze hield dieren, vertelt ze: een stel koeien, een hok vol kippen, maar ook ganzen en kalkoenen. In de moestuin verbouwde ze kool, sla, paprika, komkommers en tomaten. Nu kan haar oude lichaam die werkzaamheden niet meer aan. “Het is nog steeds ongewoon voor mij dat niet op mijn land kan werken. De tuin staat vol gras.” Gelukkig krijgt ze bijstand van een sociaal werker, Ljoeda, die boodschappen doet en voor haar kookt. Zij zal zich over de aardappelen ontfermen.

“Ik ben maar een oude oma, wie zou zich om mij druk maken?”

De bezetting was een moeilijke tijd voor Tatjana. De Russen vielen haar niet lastig — “ik ben maar een oude oma, wie zou zich om mij druk maken?” — maar hulp kreeg ze ook niet. Het gebrek aan levensmiddelen herinnerde haar aan de hongersnood in de jaren dertig. Als tiener raapte ze de restanten aardappels van het veld, waarvan haar moeder vervolgens koekjes bakte. De rottende resten van appels en peren waren goed voor een soort jam. “Toen overleefde ik het; nu ook”, glimlacht de vrouw, die zegt geen honger te hebben geleden. Wel joegen de gevechtsvliegtuigen haar angst aan. “Zo eng als ze overvliegen… Zoooeeeem.” Het geluid deed Tatjana denken aan de bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Dat je vlucht, maar dat je niet weet waar je moet schuilen.”

Dankzij haar doofheid hoort Tatjana de beschietingen niet goed. Dat geldt niet voor het viertal jongere dames, die vanochtend nog een raketinslag hoorden — ook al ligt het front inmiddels zo’n zestig kilometer van Snihurivka af. “We zullen ons dorp herbouwen”, zegt Alina, terwijl ze de zakken in de auto laadt. Het pootgoed gaat meteen de grond in, zegt ze; in de provincie Cherson is klimaat geschikt om twee keer per seizoen aardappelen te verbouwen. “Ik kijk uit naar het moment dat we oogsten kunnen.”


Over het project ‘Aid2villages 2’

60 boeren ontvingen 2,4 ton pootgoed. Dit was 2 ton pootaardappels, 0,4 ton plantuien en daarnaast een flinke hoeveelheid diverse groentezaden zoals bijvoorbeeld biet. Ze ontvingen de pootgoederen met open armen en grepen de kans aan om ook nieuwe gewassen te proberen.

20.000 huishoudens krijgen 10 kg pootaardappelen, 10 kg consumptie aardappelen, 1,7 kg plantuitjes en een kleinere hoeveelheid groentezaden.